Vakantie in Goa

Goa was eeuwenlang, van 1510 tot 1961 een kolonie van Portugal en de hoofdstad van het Portugese koloniale imperium in het Verre Oosten.
                                          
Rond 2200 voor Christus woonden er waarschijnlijk al mensen in de huidige deelstaat Goa. Rond 1700 voor Christus handelden de Goanen met de bevolking uit Noord-Afrika, die een soort vorm van het hindoeïsme naar Goa brachten. Goa groeide uit tot een belangrijk internationaal handelscentrum, met betrekkingen in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en zelfs met het machtige Romeinse Rijk.

De toentertijd zeer machtige Portugezen zagen wel wat in de westkust van India, een belangrijke schakel in de specerijenhandel. De Portugezen veroverden onder leiding van Afonso de Albuquerque in 1510 Goa en maakten het tot hoofdstad van Portugees-India en meer in het algemeen van de Portugese bezittingen in Azië.
In 1583 zeilde Vincente de Fonseca, de pas aangestelde aartsbisschop, naar Indië, met in zijn gevolg de Nederlandse cartofraaf: Jan Huygen van Linschoten. Vanaf 1636 is de haven van Goa ongeveer acht jaar geblokkeerd door de Nederlanders, waardoor de uitvoer van peper naar Lissabon werd belemmerd.

Het Portugese bestuur over de regio duurde ongeveer vier eeuwen, tot 1961. Ondertussen waren ook de Nederlanders, Britten en Fransen in en rondom Goa aan de macht geweest. India was ondertussen een onafhankelijke staat en de Portugezen werden uit het gebied rondom Goa verdreven. Sinds 1962 is Goa een deelstaat van de onafhankelijke staat India.